Geboren in Hilversum, getogen in Amsterdam en aangespoeld in Broekhuizen. Dat is alweer 23 jaar geleden en nooit een dag spijt gehad.
Ik ben hier goed ingeburgerd. Als je ergens “erbij” wilt horen is het raadzaam lid te worden van een vereniging. Dus ben ik lid van het kerkkoor, van ConBrio, de gymles en tegenwoordig ook van de dagopvang. Helaas, momenteel ligt dat allemaal plat.
Over plat gesproken, plat Limburgs versta ik redelijk goed. Ik had niet beseft toen ik hier ging wonen, dat er dialect gesproken werd. Maar Limburgers zijn allemaal op zijn minst tweetalig. Als ze merken dat je “niet van hier” bent, gaan ze over op “gewoon” Nederlands. En als ze onder elkaar rad praten is er altijd wel iemand die ineens vraagt “Kun je het eigenlijk wel volgen?”
Het was even wennen dat hier iedereen je groet. In het begin vroeg ik me telkens af, of ik iemand kende en waarvan dan wel. Maar als je iemand tegenkomt groet je gewoon, zo zit dat.
Nu, tijdens de coronacrisis, mag ik me ook gelukkig prijzen dat ik hier woon. De buren houden mij goed in de gaten, ze koken zelfs voor mij! Nog nooit zo veel kommen soep aangeboden gekregen en als er patat gefrituurd wordt gaat er een extra handvol in “voor de buurvrouw”.
En niemand loopt je zo maar voorbij zonder even een praatje te maken. Op afstand tegenwoordig. Het is niet anders…
In Amsterdam groet niemand je als ze je niet kennen. Zelf in volkswijken als de Jordaan en de Pijp schijnt tegenwoordig zo veel “import” te wonen dat het eigen karakter verloren gaat.
Amsterdam, ik ben er al heel lang niet meer geweest. En ik heb er ook geen heimwee naar. Ja, ik zou nog wel eens langs de grachten willen slenteren, of winkels kijken in de Kalverstraat. Of een kroegentocht maken langs alle bars in de binnenstad. Maar daar ben ik sowieso te oud voor.
Ik hoop nooit meer een crisis mee te maken zoals nu. Maar mocht het tóch gebeuren, dan graag in Broekhuizen!
Ans Vermeulen
Blij met Broekhuizen
Square